Aanwezigheid van het lichaam in het lichaam

Wanneer de monnik, diegene die traint, in de observatie is van het lichaam op het lichaam, dan weet hij alles wat aanwezig is. Het is niet de concentratie van de geest op het lichaam. Het is niet de concentratie van een bepaald deel van de geest op een ander. Het is de aanwezigheid van het lichaam in het lichaam. Wanneer de mentale greep op het lichaam is verdwenen, wanneer deze geest tot rust is gekomen, dan is het lichaam aanwezig van het lichaam.

Er is dus Vipassana, deze specifieke visie, deze doordringende blik waarin elk ding dat verschijnt, wat de kenmerken ervan ook zijn, zijn ware aard onthult. Alles wat verschijnt, is onderweg. Het komt en het gaat. Alles wat verschijnt is vluchtig. Niks blijft duren. Alles wat verschijnt is vergankelijk, het is en is niet meer. Er wordt geconstrueerd en gedeconstrueerd. Alles wat verschijnt is van nature geconditioneerd. Het verschijnt alleen maar uit oorzaken en omstandigheden. Alles wat verschijnt is leeg van het zelf, of het nu een geluid is, een hoest, een gevoel, een emotie, een gedachte, een intentie. Leegte van het zelf betekent dat het zich niet kan hechten. Niemand heeft het idee gehecht te raken aan een inademing of een uitademing. Waarom zou je je hechten aan een sensatie, aan een mentaal beeld of aan een emotie of aan een gedachte, aan een intentie? Laat alles aan zichzelf over.

Dit heet observeren zonder waarnemer. Weten zonder een weter, weten zonder te weten.”

Meester Olivier Reigen Wang-Genh