De twaalf innen – vervolg

geplaatst in: Geen categorie | 0

Je kunt hier goed zien dat het menselijke leven bijzonder onbestendig is en dat een individu enkel maar de combinatie van de vijf aggregaten (namarupa) is, geconditioneerd door onwetendheid. In elk geval kunnen we, vanuit het begrip van dit proces, de mogelijkheid zien om het te doen ophouden. Om er een einde aan te maken geeft het onderricht van de Boeddha twee essentiële punten aan: onwetendheid (schakel 1) en het verlangen (schakel 8) – met de daarbij geïmpliceerde haat.

De beste manier om aan de cyclus te ontsnappen is deze schakels te breken. Dat kunnen we doen door te ontwaken uit onze onwetendheid. Dat is de beste manier. Of we kunnen zoals asceten onze verlangens proberen te overwinnen. Maar eigenlijk kunnen we ons maar bevrijden van verlangens als we inzien hoe nutteloos en ijdel ze zijn, als we de nondualiteit met alle objecten verwezenlijkt hebben – met andere woorden: als we onze onwetendheid opgelost hebben. Dat is het niveau waarop de dharma van de Boeddha werkt om alle mensen helpen zichzelf te bevrijden.

Nu, dit hoort allemaal tot de relatieve dimensie. Zo werkt het in de wereld van de verschijnselen. Je zou je daarbij allerlei andere benaderingen kunnen voorstellen. Een neurofysiologische wetenschappelijke benadering bijvoorbeeld, die uitlegt hoe het worden van de mens in elkaar steekt. Het is opmerkelijk dat vijf eeuwen voor Christus al een dergelijke poging ondernomen werd. Niet als een mythe of een geloof, maar echt als een wet die je kunt analyseren en bestuderen en die kan werken als oorzakelijkheid. De visie van Shakyamuni is een buitengewoon moderne visie op de manier waarop we functioneren.

Deze visie van de Boeddha wordt later opnieuw opgenomen door Nagarjuna en de andere mahayanameesters om aan te geven dat alles wat bestaat (dus de voelende wezens in samsara) een resultaat is van oorzaken en omstandigheden en dat niets op zichzelf bestaat, dat geen enkel van de wezens een eigen substantie heeft. Dit ter ontkrachting van de vergissing van een geloof in een substantieel en blijvend ego, een zelf. Want er kan enkel maar een stroom zijn van aaneengeschakelde oorzaken en gevolgen.

Deze middenweg, waarover Nagarjuna erg vaak spreekt, werd dus al door de Boeddha verkondigd. Op het einde van de Acelasutta zegt hij dat dit onderricht betekent dat het individu noch eeuwig is noch voorbestemd is om te verdwijnen, dat het een stroom is die vloeit als een rivier.

Meester Roland Yuno Rech