We moeten enkel maar volgen wat ons tegemoet komt. Niet nodig om teveel te denken.
In zen gebruiken we een mooie metafoor om onze ware geest te beschrijven, namelijk die van een spiegel. Onze ware geest is als een spiegel die alles reflecteert dat voor hem verschijnt. Van zodra iets verschijnt dan reflecteert onze geest dit onmiddellijk. Pas daarna beginnen we erover na te denken.
Een spiegel verwacht niets, beoordeelt niets en geeft geen commentaar. de spiegel is stil maar compleet aanwezig, geen mentale activiteit, onze geest is eenvoudig weg aanwezig voor wat er is.
We moeten maar enkel aanwezig zijn, in het hier en nu, aanwezig voor wat er verschijnt. Niet enkel de fenomenen buiten ons maar ook binnen ons, emoties, sensaties, gedachten, pijn, alles dat verschijnt.
Het belangrijkste is dat we tijdens zazen niet grijpen. Een gedachte verschijnt en onmiddellijk identificeren we ons met deze gedachte en beginnen we ermee te werken. We moeten deze gedachte loslaten. Hiervoor hebben we een andere metafoor om dit te beschrijven en deze is ‘open jouw hand’, open de hand van je geest. Je mentale activiteit is zoals een hand, van zodra er een gedachte verschijnt dan grijpen we dit.
Van zodra we iets wensen te grijpen, open dan je hand, open je geest. Dit is de belangrijkste activiteit tijdens zazen, steeds terugkomen naar onze lichaamshouding. Het lichaam is steeds aanwezig, geen verleden, geen toekomst. Ons lichaam is zoals een spiegel, het heeft nergens spijt van, het verwacht niets. Niet nodig om over het lichaam na te denken, het lichaam heeft gewoon deze aanwezigheid, dit bewustzijn.