kontin en sanran

geplaatst in: Geen categorie, Kusens | 0

Tijdens zazen is onze mentale toestand niet te gespannen maar ook niet te ontspannen, niet lethargisch. De boog is juist gespannen. Niet te hard niet te soepel. In zen noemen deze twee mentale toestanden kontin en sanran. Dit zijn de twee voornaamste obstakels of vallen in zen. In totaal zijn er vijf belangrijke obstakels: nl. lethargie, te geagiteerd te zijn, verlangens, woede en twijfel. Het zijn de vijf hindernissen die ons verhinderen om in het hier en nu te zijn, die ons afsnijden van dat wat we de echte realiteit noemen.

Door de beoefening van gyogi, de inspanning die beetje na beetje inspanning zonder inspanning wordt, komen we tot de juiste spanning in onze eigen zazenhouding.

Wanneer we een beetje ervaring hebben in zen dan weten we dat mentale spanningen onmiddellijk een invloed hebben op onze fysische zithouding in zazen. Lichaam en geest is één. Wanneer we teveel denken dan komen er spanningen in ons lichaam, onze ademhaling blokkeert, de buik wordt strak en onze energie komt naar boven. Wanneer we echter slaperig worden, een beetje lethargisch, dan wordt alles te slap en dan zakken onze duimen naar beneden en vormen een dal.

We zien onmiddellijk het effect op ons lichaam. Nochtans is het moeilijk om dit te corrigeren met onze wilskracht, het is veel eenvoudiger om dit te corrigeren via onze lichaamshouding. Zich terug recht zetten, het bekken goed naar voren kantelen, het lichaam ontspannen, loslaten,  de adem volgen, terugkomen naar de realiteit van ons lichaam, de duimen terug rechtzetten, enz…

Op deze manier beoefenen we gyogi, de voortdurende, spontane inspanning.